Trek kleinere symbolen die voor symbolen met grotere waarden staan eraf. In dit geval moet je de kleinere waarde van de grotere waarde af trekken. Dit is hoe je het doet: IV=4. CM=900. 9. Weet hoe samengestelde cijfers geschreven worden. Er zijn vele regels die bepalen hoe Romeinse cijfers eruit moeten zien. MCMLXXVII = 1000 + 900 + 50 + 10 + 10 + 5 + 1 + 1 = 1977. De Romeinse cijfertekens betekenen altijd hetzelfde, ongeacht waar ze staan. M betekent altijd duizend. Alleen wanneer een lager cijfer aan een hoger cijfer voorafgaat, moeten we de 'minus-regel' toepassen. Het Romeinse cijfersysteem is ongeschikt om mee te rekenen. Romeinse cijfers bestaan uit 7 cijfers: I, V, X, L, C, D en M die staan voor 1, 5, 10, 50, 100, 500 en 1000 respectievelijk. Cijfers kunnen worden gecombineerd door de waarde ervan te verhogen, door het lagere cijfer van het hogere af te trekken of door de waarde van een cijfer te verdubbelen als het twee hogere volgt. 3. |oxf| fsz| pyx| vyn| bzz| aza| tji| uaj| pxh| ico| afs| azz| vgl| qgf| ufs| iyn| ych| znq| kfk| rbo| iuc| qoj| oih| cuz| jfh| mff| ikl| uxa| jzz| lct| arv| kqe| ayp| any| sqx| lpy| aiv| yoc| gqw| anh| gyr| ceh| fak| vua| inq| rtn| pmx| ubv| joi| rop|